Bacteriologisch onderzoek/vaginaal uitstrijkje
Het vaginaal uitstrijkje wordt in het begin van de loopsheid genomen (niet eerder). Hierbij wordt door middel van een spreidspeculum de vulva opengehouden en wordt met een steriel wattenstokje uit het voorste gedeelte, dus zo dicht mogelijk bij de baarmoeder, van de vagina een monster genomen. Dit monster wordt geënt op voedingsbodems en gedurende 24 uur in een broedstoof geplaatst. Na deze 24 uur worden de voedingsbodems beoordeeld op groei van bacteriën en/of gisten. Hierbij wordt gekeken naar het aantal bacteriën dat groeit en er wordt gekeken of er sprake is van een rein cultuur (er groeit maar één type bacterie). Men moet zich realiseren dat een vagina bij de teef nooit steriel is, er zal dus altijd bacteriegroei plaatsvinden.Als we te maken hebben met een reincultuur van o.a. staphylococcen, streptococcen, pseudomonas, proteus en E. coli, zal er altijd van deze reincultuur een gevoeligheidstest ingezet worden. Bij deze gevoeligheidstest wordt onderzocht met wat voor antibioticum deze bacteriën het best bestreden kunnen worden. De gevoeligheidstest moet meestal ook 24 uur in de broedstoof geplaatst worden voordat deze afgelezen kan worden. Indien uit de kweek is gebleken dat behandeling van de aanwezige infectie noodzakelijk is, dan zal er gedurende minimaal 7 dagen behandeld moeten worden.
Gelukkig hoefde Liske niet behandeld te worden.